pagina  8/13
volgende pagina
vorige pagina

elektrische klokken

Geschiedenis van de ontwikkeling van de elektrische klok

F. Telrad en impuls

De volgende belangrijke stap was het gebruik van een door de slinger aangedreven telrad om zo de slinger met vaste tussenpozen een impuls te geven. Het zelfde telrad dat door Hipp al ongeveer 50 jaar eerder werd toegepast en ook door De Jong in 1865.

Campiche
In 1893 moederklok Campiche bevestigden de gebroeders Henri Alfred en Moïse Alexandre Campiche uit Geneve een palletje aan een slinger dat een telrad aandrijft om de slinger met vaste tussenpozen een impuls te kunnen geven (patent nr.8830).

In 1899 verbeterden zij hun vinding nog verder door de impuls minder afhankelijk te maken van de conditie van de batterij
(patent nr.10393).
                              animatie

Elke minuut schuift een vaantje van het telrad tussen twee elektrische contacten. Hierdoor wordt een elektromagneet bekrachtigd, die een anker aantrekt. De potentiële energie, opgeslagen in een bladveer, wordt vervolgens aan de slinger afgedragen.

William Edgar Palmer (1864-1951)
In 1902 ontwierp William Edgar Palmer uit Tonbridge, Kent, een systeem (patent nr.10541) vergelijkbaar met dat van de Campiche broers.

Palmer Elke halve minuut duwt een pennetje op het telrad tegen een heveltje aan dat daardoor een gravitatiearm ontkoppelt. De gravitatiearm geeft de slinger vervolgens een impuls. Aan het eind van zijn val gooit de gravitatiearm nog een veer los die dan een elektrisch contact sluit dat een elektromagneet bekrachtigt en de gravitatiearm terugzet.
                                                       
animatie

De energie voor het maken van contact komt nu van de gravitatiearm en wordt niet onttrokken aan de slinger.

Het systeem van Palmer stuit echter ook op de zelfde problemen zoals met veel andere klokken. De slinger krijgt een behoorlijke schok te verwerken, tenzij de gravitatiearm op precies het juiste moment vrij komt. In de praktijk blijkt dit niet echt haalbaar te zijn.

Frank Hope-Jones
In 1905 ontwierp Hope-Jones een system (patent nr.6066) waarin een telrad elke halve minuut de gravitatiearm ontkoppelt. Dit system leek nog wel sterk op dat van de gebroeders Campiche.

Drie jaar later al in 1908 bedacht hij een veel beter systeem (patent nr.1945) waarin de manier van impulse geven drastisch verbeterd was.

Een vaantje van het telrad ontkoppelt de gravitatiearm elke halve minuut en via   een rolletje op de gravitatiearm krijgt de slinger zijn impuls. Aan het eind van zijn val maakt de gravitatiearm elektrisch contact en het aangetrokken anker van de elektromagneet gooit dan de gravitatiearm terug.

Synchronoom moederklok              animatie

Het enige dat de slinger hoeft te doen is het telrad verzetten en de gravitatiearm loskoppelen. De energie, die hiervoor nodig is, is vrijwel te verwaarlozen.

De belangrijkste verbetering is wel dat de impuls heel rustig gegeven wordt, terwijl de slinger door de nulpositie, waar zijn kinetische energie maximaal is, gaat en de verstoring van de vrijheid van de slinger tot een minimum beperkt blijft. De vorm van het impulsarmpje zorgt er ook voor dat de impuls altijd op het juiste moment gegeven wordt wanneer de slinger door de nulpositie gaat. Wanneer de gravitatiearm te vroeg wordt ontkoppeld zal het rolletje van de gravitatiearm alleen maar over het horizontale gedeelte van de impulsarm rollen en niet de vrijheid van de slinger verstoren.

Dit systeem wordt nu de "Synchronoom schakelaar" genoemd.

Hope-Jones gebruikte bovendien een slingerstaaf van invar. Invar is een nikkel-staal legering met een uiterst geringe uitzettingscoëfficiënt in 1904 uitgevonden door de Zwitserse natuurkundige Charles-Edouard Guillaume (1861-1938) die in 1920 de Nobelprijs voor natuurkunde zou krijgen en wiens Franse grootvader ooit klokkenmaker was in Londen.
Mede door het gebruik van een invar slingerstaaf behoorde deze klok van Hope-Jones tot één van de nauwkeurigste klokken van zijn tijd.

ga naar pagina 9
G. De eerste vrije slinger

Inleiding
Elektriciteit en Magnetisme
Elektriciteit en Tijdmeting
   A. Elektrostatische klokken
   B. De eerste uitvinders
   C. Batterij onafhankelijk
   D. Betrouwbaarheid van het contact
   E. Synchronisatie
   F. Telrad en impuls
   G. De eerste vrije slinger
   H. De vrije slinger van Shortt
Conclusie
pagina   1.
pagina   2.
              .
pagina   3
pagina   4
pagina   5
pagina   6
pagina   7
pagina   8
pagina   9
pagina 10

pagina 11.